Ik heb het nog eens nageteld: in totaal heb ik 32 Pica Pau-beesten gehaakt. Sommige beesten (lees: Robin de eenhoorn) heb ik wel drie keer gehaakt – en een vierde keer sluit ik zeker niet uit. Kortom: ik ben nogal gecharmeerd van deze patronen en heb direct het nieuwe Pica Pau-boek gekocht: Pica Pau 3 – Maak 20 kleurrijke amigurumi diertjes van Yan Schenkel (Pica Pau is haar pseudoniem).

Pica Pau 3

Cosmo de slak, Alberto de zeemeeuw, Amelia de giraffe en nog vele andere knuffeldieren staan ongetwijfeld te popelen om gehaakt te worden. Maar voordat ik mijn haaknaald erbij pak, deel ik graag mijn eerste mening over dit boek. Ik heb de Pica Pau 3-pdf in het Engels, maar hij is er ook in het Nederlands en op papier.

Hoewel ik een fanatiek haken ben, koop ik zelden haakboeken. En al helemaal niet ongezien. Ik schaf zulke boeken pas aan als er zeker vier patronen in staan die ik sowieso wil haken, en eerlijk gezegd dat komt nauwelijks voor – ik ben nogal kieskeurig. Meestal koop ik losse patronen via bijvoorbeeld Etsy. Maar de beesten in de Pica Pau-boeken: die wil ik eigenlijk allemaal haken. Of het me ooit gaat lukken weet ik niet, in mijn brein vormt zich een vierde Robin de eenhoorn in wéér een andere kleur. Kwartet! Zo schiet ik natuurlijk niet op.

Pica Pau 3 – Maak 20 kleurrijke amigurumi diertjes

En nu is er sinds kort wéér een Pica Pau-boek en ik wil weer álles haken. Wanneer ik de eerste keer door het boek blader, komen sommige patronen me érg bekend voor. Die teckel, ik heb toch al eens een teckel gehaakt? Eduardo de dino ken ik ook al, zij het met andere stekels op zijn rug En dan dat vosje … Ik heb een déjà vu. Dat blijkt te kloppen, zo licht de schrijfster toe: ‘Here we are again. My third/fourth (and first?) book of crocheted critters. Yes, it’s complicated. It’s my third book in English, it will be my fourth in Spanish and French, but this book has some reworked animals that were part of my first. It’s like a new music album with remastered old tunes and a bunch of new songs!’

Pica Pau 3 alle beestjes

Ik snap het wel. Dat eerste boek, wat dus alleen in het Frans en Spaans verschenen is, kent toch bijna niemand. Behalve ik, zei de gek, omdat ik héél graag de Giraffe wilde haken. Heel erg vind ik de doublures overigens niet: de patronen zijn verbeterd en ik zou ze zó nogmaals haken – als ik ze überhaupt al gehaakt heb. Aan de giraffe bijvoorbeeld ben ik nooit toegekomen (aan Mei la Minette wel), ik zal wel met mijn derde eenhoorn in de weer zijn geweest. Bovendien: zelfs als ik al deze ‘gerecyclede’ patronen zou overslaan, blijven er nog meer dan voldoende compleet nieuwe beesten over om te haken.

Uit de Pica Pau-stal

De beesten in dit boek zijn weer duidelijk afkomstig uit de Pica Pau-stal. Op een of andere manier zien alle karakters er knettereigenwijs uit. Lees vooral ook de biografieën waarmee ieder patroon begint, ze geven de figuurtjes zowaar nog meer een eigen smoel.

Sjaaltje kip

Wat me verder opvalt in dit boek, is hoeveel steken en technieken er stiekem geïntroduceerd worden. Toen ik voor het eerst leerde haken, werd ik overstelpt door stokjes, dubbele stokjes, schelpjes en weet ik wat nog meer – en dat terwijl je eigenlijk maar één steek hoeft te kennen om je te kunnen redden (de vaste).

In dit boek komt het dan toch weer allemaal aan bod. Dat zit hem bijvoorbeeld in het nogal wilde kapsel van Mabel the hedgehog, maar ook de kledingstukken van de dieren. Zo heeft de kip een sjaaltje dat je in principe gewoon verder kunt haken tot menselijk formaat. En draagt de lemur een trui die niet zou misstaan in mijn garderobe. Vind je het te complex? De ervaring leert dat de figuurtjes er ook zonder outfit prima uitzien, dus je kunt het ook overslaan.

Grote vraag blijft: welk van de twintig nieuwe beesten ga ik nu als eerst haken? De egel? De slak? Een ding is zeker; voordat de levensgrote giraffe klaar is, is er hier waarschijnlijk een hele kudde eenhoorns voorbij gegaloppeerd.

Door Laura

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *